Laat ik ze even introduceren: de Lindehoorntjesmijt, de wilgenhoutrups en de eikenprocessierups. De laatste zal u wel bekend zijn, maar de eerste 2 zijn toch wat onbekender. Hoogste tijd om eens kennis te maken. Ik zal u vast verklappen, ze hebben alle drie een voorkeursboom, een favoriet plekje waar ze eten, leven en de volgende levensfase ingaan. Echt gevaar vormen de lindehoorntjesmijt en de eikenprocessierups niet, maar de wilgenhoutrups kan wel voor onveilige situaties zorgen.
Zoals de naam al verraad, zit deze mijt graag op lindebomen, meer specifiek de zomerlinde (Tilia platyphyllos). De mijten voeden zich met de sapstroom in het blad, en geven stofjes af aan het blad. Als reactie hierop maakt het lindeblad uitstulpingen, die wel wat weg hebben van hoorntjes (zie foto hiernaast). De hoorntjes zijn eerst groen, later rood gekleurd, ze worden ook wel gallen genoemd.
Zijn de hoorntjes en de mijt schadelijk voor de boom?
Deze gallen zijn niet schadelijk voor de boom. Het is eerder een reactie van de boom om zichzelf te beschermen. Zie je dus in je lindeboom zulke gallen op het blad, dan hoef je je dus geen zorgen te maken.
De foto hiernaast hebben mijn collega's gemaakt toen ze eiken aan het inspecteren waren op eikenprocessierups in Amersfoort.
De wilgenhoutrups (Cossus cossus) boort zich diep in het hout van vooral wilgenbomen, maar ook in andere loofboomsoorten, behalve beuk. De rupsen maken gangenstelsels door de hele stam en zelfs in oppervlakkige wortels. Zo kunnen ze hele bomen uithollen. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties, want de uitgeholde bomen kunnen bij sterke wind breken.
Hoe voorkomen we aantasting door wilgenhoutrups?
De vlinders van de wilgenhoutrups leggen hun eitjes aan de randen van wonden en bastspleten onder aan de stam. De uitgekomen rupsen knagen daarvandaan hun weg door de stam. Het belangrijkst is dus om schade aan de stam en bast van de boom te voorkomen. Deze beschadigingen ontstaan vaak door maaien rond de bomen met bijvoorbeeld een bosmaaier.
Is de stam toch beschadigd? Dan kun je wondafdekmiddel op de beschadiging aanbrengen. Belangrijk is dan ook om de boom jaarlijks te controleren op aantasting door de wilgenhoutrups.
Hoe herken je of er wilgenhoutrups in de boom zit?
De rupsen zelf zul je niet direct zien, maar ze laten wel sporen achter. Vaak aan de onderkant van de stam zitten openingen waar een soort zaagsel, boormeel, ligt. En om het hout makkelijker te verteren, maakt de rups azijnzuur aan, waardoor je rond de voet van de boom een azijnlucht kan ruiken.
Wat te doen bij erge aantasting?
Zijn de stam en de wortels erg uitgehold, dan is het beter om de boom te verwijderen. Bij harde wind of soms zelfs zonder aanleiding, kan de boom breken. Helemaal op plekken met veel voorbijgangers of bij gebouwen. Als de boom gekapt wordt, is het belangrijk dat de stam, stobbe en wortels helemaal worden vernietigd. De rupsen die erin zitten krijgen dan niet de kans om een andere boom op te zoeken.
Van de eikenprocessierups (Thaumatopoea processionea) weten we natuurlijk dat hij een grote voorkeur heeft voor eiken. Specifiek de zomereik (Quercus robur). Inmiddels is de rups natuurlijk algemeen bekend in Nederland, maar dat is eigenlijk pas sinds 2002. Voor 1991 kwamen ze zelfs niet in Nederland voor. Vooral de, voor de mens en zoogdieren, irriterende brandharen zijn een probleem. Daarom bestrijden we de rups.
Hoe herken ik de eikenprocessierups in eiken?
De rupsen eten vooral de knoppen en het jonge eikenblad aan het begin van de lente. Bij veel rupsen in een boom, kun je dus hele kaalgevreten takken zien. Na een aantal keer vervellen gaan de rupsen nesten vormen. De nesten zijn goed te herkennen als een grijs bolvormig nest onder dikke takken tegen de stam. Verder kunnen de nesten een deken vormen over de stam of om dikke takken. Meestal zitten de rupsen in grote groepen bij elkaar, waardoor ze goed te herkennen zijn.
Kunnen we de eikenprocessierups voorkomen?
Helemaal voorkomen zal niet gaan, maar we kunnen de plaag wel beperken. Wij doen dat door natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups te stimuleren. Dat doen we op verschillende manieren: nestkastjes voor mezen, kruiden- en bloemenbermen voor insecten als sluipwespen, en het plaatsen van vlinderfilterkasten.
Vlinderfilterkasten, hoe werkt dat?
Nou, dat gaat als volgt. Als de rupsen nesten hebben gevormd, dan 'oogsten' we die. We zuigen de nesten op, waarbij ze in een zak terecht komen. Deze nesten zitten niet alleen vol met rupsen, maar ook met natuurlijke vijanden en eitjes daarvan. De geoogste nesten plaatsen we in houten boxen met kleine gaatjes. De gaatjes zijn zo klein gemaakt dat natuurlijke vijanden de box gewoon kunnen verlaten, maar de rupsen en vlinders van de eikenprocessierups, kunnen niet door de gaatjes. Zo geven we de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, zoals de sluipwesp, de gaasvlieg en kevers, de kans om de balans in de natuur te herstellen. In gemeente Amersfoort werken we bijvoorbeeld met vlinderfilterkasten.
En bij erge overlast door de eikenprocessierups?
Naast de hulp van de natuur, verwijderen we ook nog steeds zelf de eikenprocessierupsnesten. Vooral op plekken waar we de natuur niet hun gang kunnen laten gaan, zoals bij scholen, ziekenhuizen of bejaardetehuizen.
Na het lezen van alles wat deze insecten kunnen aanrichten, denk je misschien: kunnen we ze niet gewoon uitroeien? Dat kan, het is wel erg arbeidsintensief en prijzig, maar het kan.
De vraag is allen of we dat willen. Iedere insect heeft namelijk zijn eigen plek in het voedselweb, in de natuur. Ze hebben allemaal hun functie. Vooral de eikenprocessierups hebben we lange tijd proberen uit te roeien, met aaltjes, met biologische bestrijdingsmiddelen, lijmbanden en noem maar op. Het nadeel van deze pogingen is dat niet alleen de eikenprocessierups vernietigd werd, maar ook de natuurlijke vijanden die in de nesten zitten.